"Volleybalsport staat voor driedubbele uitdaging"

Ik heb twee jaar lang blogs geschreven over voetbal, jeugdsport en een beetje volleybal als de voetbalpupillentrainer.nl. Nu ik weer terug ben ik het volleybal neem ik de uitdaging van de Volleybalkrant aan voor een column. Want terwijl volleyballend Nederland zich schijnbaar vooral druk maakt over hoeveel teams in de topdivisie nu precies het niveau omlaag brengen en of je daarom maar in Duitsland moet gaan spelen, denk ik dat er misschien andere volleybalzaken zijn om je als volleyballiefhebber druk over te maken.

Voor de grap begon ik een paar weken geleden op Twitter aan een anderhalvemetersport-schaal. Daarin gaf ik aan in hoeverre sporten geschikt zijn om in een anderhalvemetersamenleving beoefend te worden. Volleybal staat niet hoog op deze schaal. Volgens een Italiaans onderzoek zelfs helemaal onderaan, maar dat lijkt me erg overdreven als ik denk aan judo en rugby. Sporten als skeeleren, golf en tennis staan veel hoger. Ik las de afgelopen weken op Twitter dan ook veel juichkreten van skeelerverenigingen over ledenaantallen. Het kan bijna niet anders dan dat door anderhalvemetersporten een verschuiving ten gunste van de veilige sporten teweeg gaat brengen in sportbeoefenend Nederland.

Echter, er is meer. Al voor corona, vanaf 2017, was bij het CMV-volleybal al krimp zichtbaar. Die krimp zal ook zichtbaar gaan worden bij de B en C-jeugd. Inmiddels zal die krimp worden aangevuld door corona-afvallers, omdat een tweemansblok zetten met anderhalve meter afstand toch niet de uitdaging is die ze zoeken.

Kortom, de volleybalsport staat de komende tijd voor een driedubbele uitdaging. De vraag was al: in hoeverre is de eerdere negatieve trend bij het CMV en de jeugd om te keren? Hoe zal het anderhalvemetersporten gaan doorwerken? En tenslotte hoe zullen ook de gevolgen van de economische crisis bij clubs en bond van invloed zijn op ledenaantallen?

De komende competitie zal belangrijk gaan worden. Kunnen we indoor een nieuwe competitie gaan spelen? En zo niet, hoeveel volleyballers wijken dan onmiddellijk uit naar veilige anderhalvemetersporten? Kortom misschien wordt het niveau van volleybal de komende jaren wel meer beïnvloedt door corona en economie dan door het aantal teams in de topdivisie of dat je in Duitsland speelt.

Gelukkig, corona biedt ook kansen. Zo zijn volleybal-internationals hun corona-break aan het invullen met SchoolVolley+-projecten. Daarnaast is er een steeds groter besef dat sport preventief werkt en de gevolgen van pandemieën kunnen verkleinen. Voor volleybal een kans om mee te springen op deze “in-2040-Nederland-de-gezondste-jeugd”-trein. Dit betekent wel dat “meer bewegen” en niet “niveau” de sportmeetlat van de toekomst zal worden.

In het kader daarvan mijn vraag: De Nevobo was een veelbelovend onderzoek aan het doen over hoe de jeugdspelregels verandert kunnen worden. Hoe is het met deze - volgens mij - uitgelezen kans om volleybal aantrekkelijker te maken voor juist de nieuwe jeugd die gezond wil worden?

Kortom, in plaats van het navelstaren van sommigen over niveaus van (top)divisies zijn er een behoorlijk aantal interessante vraagstukken voor volleybal tijdens én na corona. Vraagstukken waar de volleybalwereld zijn handen vol aan zal hebben. Ik wens iedereen succes met het vinden van mooie en inspirerende antwoorden en laten we die vooral met elkaar delen.

Daan Krijnen

De redactie van Volleybalkrant.nl behoudt zich het recht voor ingezonden columns niet te plaatsen of aan te passen waar het dat nodig acht in overleg met de schrijver.