facebook pixel 'Een sport die zich niet ontwikkelt, gaat dood' - Volleybalkrant
beeld:
beeld:
beeld:
beeld:
beeld:
beeld:

'Een sport die zich niet ontwikkelt, gaat dood'

Gepubliceerd op
zo 25 mrt. 2018
Door:

Na een moeilijke periode groeit en bloeit de Italiaanse Superlega, de hoogste afdeling bij de mannen die voorheen bekend stond als de A1. Steeds meer wereldsterren kiezen voor het land van pizza, pasta en ‘pallavollo’. Fabrizio Rossini is de vice-director van deze lega en de stille kracht achter het succes van de professionele mannencompetities in Italië. Volleybalkrant sprak met hem over de interessante aanpassingen in de afgelopen jaren.

De Italiaanse competitie is toch een tijdje minder aantrekkelijk geweest voor de beste spelers van de wereld. Hoe hebben jullie daarop geanticipeerd?

,,De clubs hebben het hier in de crisisjaren erg moeilijk gehad. De belangrijkste maatregel was dat we de hoogste afdeling een tijd op slot hebben gedaan. De clubs konden niet degraderen en durfden daardoor in de toekomst te investeren. Omdat er ook wel eens een club niet aan de richtlijnen kon voldoen, was promotie toch steeds mogelijk. Verder hebben we op allerlei manieren geprobeerd nog aantrekkelijker te worden voor sponsor, publiek en media.’’

Hoe dan?

,,Ten eerste om er voor te zorgen dat er vaart in de wedstrijden zit. De technische time-out hebben we afgeschaft en die mist niemand, ook de televisie niet. Verder proberen de scheidsrechters er voor te zorgen dat er niet te lange pauzes zijn tussen de rally’s. De introductie van het elektronisch oog is geweldig, maar daardoor duren de wedstrijden ook langer. En veel langer dan twee uur mogen ze echt niet duren, want dan is het minder aantrekkelijk voor tv-zenders. Je moet bedenken dat de toeschouwers tijdens een wedstrijd van twee uur slechts 20 minuten volleybal zien waarbij de bal in het spel is. Dat is in verhouding niet veel.’’

Dat elektronisch oog is toch ontzettend duur?

,,We hebben het zelf ontwikkeld voor volleybal en het is een groot succes. Steeds levert dit spannende momenten op voor spelers en toeschouwers. Ook onze scheidrechters mogen dit systeem raadplegen voordat ze een beslissing nemen. Dit mag maximaal vijf keer per wedstrijd. De clubs, ook in de A2, moeten inderdaad flink betalen voor dit verplichte systeem. Maar ze betalen het in vier jaar af en dan is het hun eigendom. Bij de Superlega verplichten we ook een groot scherm om van alles aan het publiek te laten zien, voor de A2 is dat nog te kostbaar.’’

Hoe belangrijk vinden jullie de internet-streaming van elke wedstrijd?

,,Het is cruciaal dat iedereen overal op de wereld onze wedstrijden kan zien. Dat kan nu voor een paar euro per wedstrijd en een abonnement voor jouw favoriete club is naar verhouding nog veel goedkoper. Het is niet zo dat we daar nu grote bedragen aan verdienen, maar het is toch goed, ook voor de sponsors. Bovendien zendt RaiSport veel van onze wedstrijden uit op de nationale televisie en de kijkcijfers zijn prima. We proberen constant dingen te verzinnen waardoor sponsors het leuk vinden om bij volleybal betrokken te zijn. Zo is het tegenwoordig ook mogelijk dat een vertegenwoordiger van een sponsor de wedstrijd meemaakt vanaf de bank en ook in de kleedkamer al van de partij is.’’

Jullie spelen al heel lang het duidelijke play-offsysteem met de best acht van de reguliere competitie. Denken jullie nooit aan iets anders?

,,Het systeem is goed en begrijpelijk. Bovendien brengt het veel geld in het laadje van de deelnemende teams omdat de wedstrijden goed worden bezocht. Toch zijn we altijd aan het kijken hoe het beter kan. Soms komen we in de knoop met de internationale kalender en soms klagen de clubs die vroeg zijn uitgeschakeld dat ze te weinig wedstrijden spelen. Daar hebben we iets op verzonnen, want er is nog een Europa Cupplek te vergeven voor de vroege afvallers. Ach, we doen het niet zo snel goed. Wanneer teams vroeg klaar zijn vinden ze dat niet leuk, maar ze klagen ook wanneer ze om een soort troostprijs moeten spelen. Maar goed, we kijken altijd hoe het beter kan. Zo hebben we wel eens een competitiesysteem besproken waarbij de clubs drie keer tegen elkaar spelen. Eerst een gewone competitie met uit- en thuiswedstrijden en daarna nog een ronde waarbij de bovenste helft van de ploeg alleen maar uitwedstrijden speelt. Dat betekent meer thuiswedstrijden en dus inkomsten voor de mindere teams. Voorlopig gaan we het niet doen, maar het idee is interessant.  Zo moeten we blijven zoeken naar verbeteringen. Een sport die zich niet ontwikkelt gaat dood.’

Jullie hebben een samenwerkingsverband opgericht met de competities in Duitsland, België, Frankrijk en Polen. Waarom?

,,We willen sterk staan tegenover de bonden als het gaat om de kalenders en ook als het gaat over de transfergelden die clubs voor buitenlandse spelers moeten betalen. Samen sta je toch sterker dan alleen?’’

En waarom mag Nederland niet meedoen?

,,Bij jullie wordt de topcompetitie niet georganiseerd door een aparte organisatie, maar door de nationale bond. Dat is bij ons in Italië en in de genoemde andere landen niet zo.’’

Zou dat in Nederland ook moeten?

,,Er moet niks, maar voor het belang van de betere clubs zou het wel goed zijn. De nationale bond heeft veel belangen en is toch geneigd meer waarde te hechten aan de nationale teams en de ontwikkeling in de breedte. De topclubs kunnen daarbij ondersneeuwen en hebben naar mijn mening baat bij een eigen, krachtige en professionele organisatie.’’  

 

 

 

 

 

Plaats een reactie

reacties:

Populaire artikelen